Een zzp-er raakt op 23 oktober 2007 betrokken bij een kop-staart botsing. Ten gevolge van dit verkeersongeval loopt hij whiplash letsel op, waardoor hij arbeidsongeschikt raakt en zijn werkzaamheden als zelfstandige niet meer uit kan voeren. De zzp-er claimt zijn letselschade bij Chartis, de verzekeraar van de degene die met zijn auto achterop hem botste. De vordering bestaat onder meer uit een immateriële schadevergoeding. De onderhandelingen met de verzekeraar verlopen moeizaam en omdat ze uiteindelijk op niets uitlopen, start de zzp-er een procedure tegen de verzekeraar Chartis.
De man claimt onder meer een bedrag van € 7.500 aan smartengeld, omdat hij buiten zijn schuld om aangereden is en als gevolg van deze aanrijding whiplash letsel heeft opgelopen. Vanaf het verkeersongeval in oktober 2007 is hij direct arbeidsongeschikt geraakt en ondervindt hij continu forse pijnklachten aan nek en rug. Daarnaast heeft de man last van psychische problemen zoals concentratieverlies en geheugenstoornissen en is hij jarenlang geconfronteerd met grote zorgen en onzekerheden.
Drie jaar na het ongeval, in oktober 2010, wist de man pas weer aan het werk te komen. Dit echter wel met behulp van een arbeidsongeschiktheidsverzekeraar. De man moest helaas zijn eigen bedrijf, welke hij sinds 2002 had, vaarwel zeggen, omdat hij zijn werk als zelfstandige niet meer kon uitvoeren. Hij werd zodoende gedwongen in loondienst te treden. Over wat de toekomst de man (geboren op 4 oktober 1959) zal brengen, bestaat nog veel onduidelijkheid. Iets wat ook meegenomen is in de smartengeldclaim.
De verzekeraar is van mening dat een bedrag van € 7.500 aan smartengeld veel te hoog is. Zij vindt dat kan worden volstaan met een bedrag van € 2.500. Hierbij wordt verwezen naar de zogeheten Smartengeldgids, die in Nederland als leidraad kan worden aangehouden. Het bedrag aan smartengeld wordt verder door de verzekeraar op geen enkele wijze toegelicht.
De rechtbank vindt dat er voldoende door de zzp-er is aangetoond dat deze als gevolg van het verkeersongeval letsel en letselschade heeft opgelopen. De man heeft door het ongeval ingrijpende lichamelijke klachten ondervonden en is hierdoor niet meer in staat zijn werk als zelfstandig ondernemer uit te voeren. De rechtbank acht het psychisch letsel van de man echter niet voldoende aannemelijk. Het bedrag aan smartengeld wordt begroot op een bedrag van € 4.500. Hierbij is tevens rekening gehouden met de bedragen die in vergelijkbare gevallen door rechters zijn toegewezen.
De rechtbank houdt, bij de bepaling van smartengeld voor een Zelfstandige Zonder Personeel, eveneens rekening met het volgende letterlijke citaat:
“Een vrij breed gedragen gevoel in de rechtspraktijk dat in het algemeen de smartengeldbedragen in Nederland enigszins aan de karige kant zijn. Toekenning in dit geval van een hoger bedrag dan €.4.500 acht de rechtbank niet gewenst omdat het toegewezen bedrag dan naar haar gevoel te ver zou uitstijgen boven de bedragen die door Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen zijn toegekend.”
Hiermee zegt de rechtbank dus eigenlijk dat zij het Nederlandse niveau van smartengeld feitelijk te laag vindt, maar zich niet geroepen voelt hier iets aan te doen.
In het geval van de zzp-er houdt de rechter tevens rekening met het gegeven dat de man heeft verklaard dat hij zo snel mogelijk verder wil gaan met zijn leven en de nasleep van het ongeval achter zich wenst te laten. Met andere woorden, voor hem geen onderzoeken en/of langdurige procedures over de diagnose van blijvende klachten als gevolg van het ongeval. Bij de vaststelling van het smartengeld heeft de rechter grotendeels rekening gehouden met verlies/gemis van levensvreugde over de periode 2007 tot en met 2010. Aan eventueel gederfde levensvreugde in de toekomst is in zekere mate voorbijgegaan. Aangezien een deskundigenonderzoek achterwege is gebleven, is het juridisch gezien vanzelfsprekend dat de rechter hier aan voorbij is gegaan. Er kan zonder onderzoek niet voldoende vast komen te staan dat het whiplash letsel van de zzp-er blijvend is. Zou dit wel vastgesteld worden, dan zou € 7.500 aan smartengeld zeer zeker invoelbaar kunnen zijn.
De zzp-er was het gezeur meer dan zat. Dit is ook niet zo vreemd. De man is niet bij de pakken neer gaan zitten na het ongeval, maar heeft zich teruggevochten. Inmiddels heeft hij een nieuwe baan in loondienst en wil hij zonder juridisch getouwtrek verder met zijn leven. Dat hij zich hiermee eventueel te kort doet, financieel gezien, wijst er maar weer eens op dat het letselschaderecht soms heel onrechtvaardig kan zijn.
Test hier of u in aanmerking komt voor vergoeding van uw letselschade en onze GRATIS rechtshulp.
DOE NU DE LETSELSCHADETESTElke dag merken wij hoe moeilijk whiplash slachtoffers het hebben met de discussies en
de houding van verzekeraars. En niet om als slachtoffer het onderste uit de kan te halen,
maar alleen om een eerlijke en rechtvaardige letselschade vergoeding te krijgen. Vaak lukt
dat niet alleen en heeft u juridische hulp nodig. Niet veel mensen weten dat die
hulp volgens de Wet GRATIS is.
Voorburg | | | 070-3208964 |
Ede | | | 0318-470021 |
Bredevoort | | | 0543-452465 |
Kent u iemand die onze hulp nodig heeft? Breng die dan op de hoogte van onze website over whiplash en schadevergoeding.