Rechtbank: whiplash schadevergoeding: inkomensschade “personal shopper” afgewezen.
Als bestuurder van haar auto is een toen 20-jarige vrouw in 2008 van achteren aangereden. Daardoor is bij haar een postwhiplashsyndroom ontstaan.
Sinds het ongeval heeft zij onder andere last van frequente hoofdpijnen, pijn aan de nek/rechterschouder en een zeer laag energieniveau.
ASR heeft als verzekeraar van de veroorzaker van het ongeval aansprakelijkheid erkend. Er heeft een neurologische expertise en een psychiatrische expertise plaatsgevonden. Discussie vindt plaats over de hoogte van de schadevergoeding.
Begin oktober 2013 heeft de vrouw ASR voorgesteld om te proberen tot een “pragmatische” whiplash schadevergoeding te komen. Bestaande uit de financiering van een door de vrouw op te starten onderneming. Daarin kan zij werkzaam zijn als ‘personal shopper’. Tussen partijen is hierover geen overeenstemming bereikt.
ASR zegt letterlijk:
“Wanneer ik de correspondentie na het bezoek er nog eens op nalees, dan valt er mijns inziens niet aan te ontkomen, dat er tussen uw visie en de mijne over de hoogte van een definitieve afwikkeling een groot gat is en blijft. Het lijkt mij zinloos elkaar maar te blijven bestoken met pennevruchten. Deze brief is bedoeld om u te bevestigen, dat ASR – nu een minnelijke regeling niet tot de mogelijkheden behoort – de onderhandelingen in deze kwestie definitief heeft afgebroken. ”
In totaal heeft ASR € 150.000,– aan letselschadevergoeding betaald.
De vrouw claimt een whiplash schadevergoeding van €.187.297,–. Zij geeft aan dat zij, gerekend vanaf 1 juli 2014, haar claim beperkt tot vijf jaar. De vrouw begroot haar letselschade volgens een ‘herstelgerichte benadering’. Deze bestaat uit de kosten voor de opstart van haar onderneming en een bedrag om in haar levensonderhoud te voorzien.
De kosten van levensonderhoud komen uit op vijf keer een afgeronde jaarschade van €.25.000,–, vermeerderd met het aanvullen van de tekorten in de exploitatiebegroting van de onderneming over de eerste drie jaar van in totaal € 62.297,–. Daarnaast claimt zij smartengeld.
De vraag die partijen verdeeld houdt is of er sprake is van toekomstige schade vanwege een verlies aan verdienvermogen, ontstaan door het whiplash letsel. De rechtbank beantwoord deze vraag ontkennend.
Uit de door partijen in het geding gebrachte stukken volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat bij de vrouw sprake is blijvende beperkingen ten gevolge van whiplash letsel die tot verlies van verdienvermogen leiden.
Een aanvraag Wajong van 13 mei 2011 is bovendien afgewezen omdat zij in staat werd geacht om meer dan 75% van het “maatmaninkomen” te verdienen.
Dat de vrouw momenteel niet in staat is een (voldoende) inkomen te verwerven als personal shopper staat op zichzelf wel vast. Maar dit leidt naar het oordeel van de rechtbank niet tot de conclusie dat dus sprake is van letselschade, bestaande uit verlies aan verdienvermogen.
Op basis van de in deze procedure overgelegde medische informatie oordeelt de rechtbank dat er voor de vrouw (genoeg) andere mogelijkheden aanwezig zijn om een inkomen te genereren. Dat inkomen stelt de rechter gelijk aan het inkomen dat de vrouw had kunnen verwerven in de situatie zonder whiplash letsel (zie de Wajong-keuring).
Op welke manier de vrouw haar verdienvermogen wenst te benutten staat haar vrij, aldus de rechter. Een eerder voorgesteld onderzoek door een arbeidsdeskundige naar de mogelijkheden daartoe heeft de vrouw zelf geen doorgang willen laten vinden. Dat vindt de rechter een eigen keuze.
Maar die keuze leidt er naar het oordeel van de rechtbank echter wel toe dat een dergelijk onderzoek inmiddels een gepasseerd station is. De vrouw heeft aangegeven nu wel open te staan voor een arbeidsdeskundig onderzoek. De rechtbank wil thans niet meer in zo’n onderzoek meegaan.
Want volgens de rechter is de claim van de vrouw er op gericht om letselschadevergoeding te krijgen in de vorm van een bedrag voor de opstart (en voortzetting) van haar eigen onderneming als personal shopper. Een arbeidsdeskundig onderzoek heeft dan naar het oordeel van de rechtbank geen toegevoegde waarde meer.
De slotsom is dat volgens de rechter niet vast is komen te staan dat de vrouw na januari 2015 (toekomstige) letselschade lijdt van méér dan het reeds uitgekeerde letselschadebedrag van €.150.000,–. Dit leidt ertoe dat de letselschadeclaim wordt afgewezen.
(Rechtbank Oost-Brabant, 7 september 2016: lees hier de volledige uitspraak)
Test hier of u in aanmerking komt voor vergoeding van uw letselschade en onze GRATIS rechtshulp.
DOE NU DE LETSELSCHADETESTElke dag merken wij hoe moeilijk whiplash slachtoffers het hebben met de discussies en
de houding van verzekeraars. En niet om als slachtoffer het onderste uit de kan te halen,
maar alleen om een eerlijke en rechtvaardige letselschade vergoeding te krijgen. Vaak lukt
dat niet alleen en heeft u juridische hulp nodig. Niet veel mensen weten dat die
hulp volgens de Wet GRATIS is.
Voorburg | | | 070-3208964 |
Ede | | | 0318-470021 |
Bredevoort | | | 0543-452465 |
Kent u iemand die onze hulp nodig heeft? Breng die dan op de hoogte van onze website over whiplash en schadevergoeding.